SINT PANCRAS – Het zal wennen worden voor trouwe Vrone supporters. Na tientallen jaren staat er na de zomer een eerste team zonder Groenenboom in de ploeg. Het besluit van René Groenenboom om te stoppen maakt een einde aan een lange tijd waarin hij, in navolging van zijn vader, ooms en neef, het groen-zwart droeg. Vol trots, zegt hij. ‘Ik kijk met een goed gevoel terug.’

Als René Groenenboom aan de keukentafel gaat zitten ligt er 17 jaar historie naast hem. Een tas vol met mappen, krantenknipsels en programmaboekjes die in zijn carrière werden verzameld door zijn vader. ‘De eerste seizoenen heb ik het zelf gedaan, maar daarna nam ik er geen tijd meer voor. Mijn pa is goed in alles bijhouden, daar is hij heel secuur in. Ik vind het wel erg leuk nu ik zo terug kijk. Dan komen al die herinneringen weer naar boven’, zegt de routinier die na 26 mei zijn voetbalschoenen opbergt.

Mooi afsluiten
Er wacht volgend weekend nog een uitduel bij Egmondia, maar komende zondag staat voor René zijn laatste thuiswedstrijd als speler van Vrone 1 op het programma. Bijzonder is het feit dat Meervogels’31 de tegenstander is. Diezelfde ploeg was immers de tegenstander toen de Pancrasser als zeventienjarige als invaller zijn debuut maakte. Ook zijn jubileumwedstrijd, toen hij op 29 oktober 2017 in het zonnetje werd gezet vanwege zijn vijfhonderdste wedstrijd in Vrone 1, was tegen de ploeg uit Akersloot.

Niet alleen als team, maar ook individueel is een mooi afscheid op zijn plaats. René Groenenboom speelde immers zeventien jaar onafgebroken in het eerste elftal. Als negentienjarige kwam hij onder Ron Weinbrecher bij de selectie, waar neef Robert toen ook nog speelde. ‘We gingen met een mooie vriendengroep en goede lichting naar het eerste elftal dat toen in de vijfde klasse speelde. Dat was een cultuurclash. In power en conditie waren die senioren veel verder. We werden toen gelijk kampioen’, herinnert René zich nog.

De 36-jarige weet niet alles meer uit zijn hoofd, maar de statistieken lepelt hij zo op. Bijvoorbeeld de keren dat hij met Vrone nét naast de titel in de derde klasse greep, maar ook dat hij tweemaal tegen degradatie moest vechten. Slechts eenmaal daalde hij met zijn ploeg af naar een niveau lager. Omgekeerd vierde de ploeg uit Sint Pancras in die zeventien seizoenen drie keer een kampioenschap en werd er zesmaal een plek in de nacompetitie behaald. ‘Van 2005 tot 2015 zijn wij derdeklasser geweest. In de eerste twee jaren hadden we een echte kans om kampioen te worden. Toen wilde ik het wel heel graag, Daar hadden we ook de ploeg voor, maar we hebben het niet gehaald. Of ik daar van baal? Toen zeker, sportief gezien wil je toch het hoogst haalbare.’

Tijdens het bladeren door de oude krantenknipsels komt valt er een muntje uit de map. ‘Dat was tijdens een trainingskamp in Friesland. Daar moest je in de tent met munten betalen. Ik genoot van de voetbalhumor, maar niet alle verhalen zijn geschikt voor de krant’, lacht René.

Gezin
Ondanks dat het vuur bij de routinier nog niet is gedoofd besloot hij te stoppen. In de winterstop werd de keuze definitief gemaakt. ‘Na ons tweede kindje, dochter Feline, is mijn vrouw Dominique gaan werken op veel tijden dat ik thuis ben en andersom. Je gaat dan toch teveel missen en er veel voor laten om op trainingen te zijn. Dan moet je keuzes maken’, stelt René. ‘Nu ik richting de laatste wedstrijden ga leef ik er naar toe maar is het ook dubbel, want ik weet dat ik het ga missen. De wedstrijden maar ook de lol met die gasten. Ik heb een mooie carrière gehad en ik ben blij met wat ik bereikt heb. Je ziet het minder dat spelers het zolang volhouden bij een club. Ik kijk dan ook met een goed gevoel terug, ook omdat we dit seizoen goed gedraaid hebben. Vrone draag ik voor altijd een warm hart toe en ik bedank de club, de vrijwilligers en de selectie voor al die mooie jaren’.

Callantsoog
Op één van de eerste pagina’s in het eerste fotoboek stuit René op een foto van zichzelf. ‘Dat was tegen Callantsoog. Toen stond er voor het eerst een foto van mij in de krant. Als je op die leeftijd met een foto in de krant komt dan is dat gaaf. Ik scoorde ook nog in dat duel.’ Andere mooie momenten beleefde René met Vrone in het bekertoernooi. ‘Vorig jaar nog tegen DEM en EDO. Daarvoor al tegen de amateurs van Ajax en DOVO. Ook twee keer tegen Spakenburg. In één van die duels scoorde ik nog, al verloren we toen wel met 5-1.’

Als zijn zoon Bendt ter sprake komt is vader René trots. ‘Hij is nu vier jaar en traint bij de kabouters. Als ik zie hoeveel plezier die jochies hebben dan denk ik daar ook aan terug. Toen ik zo jong was.’ De reeks Groenenboom begon ruim vijftig jaar geleden. ‘In 1965 speelde mijn oom Hans in het eerste, daarna mijn vader Ruud vanaf maart 1968 en oom Kees begin 70-er jaren. Een paar jaar hebben ze met zijn drieën samen gespeeld. Mijn neef Robert begon in 1988 in het eerste, we hebben nog een aantal jaar samen gespeeld’, aldus René.

Even geen Groenenboom
Voor nu staat er niemand van de familie klaar. De vierjarige Bendt is de eerstvolgende. ‘Als hij het allemaal leuk vindt zien we het wel, maar hij moet gewoon lekker zijn ding doen. Ik vind het leuk dat hij nu zelf een bal pakt en vraagt of ik met hem kom voetballen. Hij moet vooral veel lol hebben’, zegt René lachend, die voortdurend plezier had en heeft. Tot eind mei in het voetbal en daarna genieten van de extra tijd. Ook zijn ouders zullen iets anders moeten zoeken. ‘Zij komen altijd kijken. Dat waardeer ik heel erg. Zij offeren er toch hun zondag voor op. Zij hebben volgend seizoen ook wat extra uurtjes vrij.’