DIJK EN WAARD - Kool geldt onbetwist als hét streekproduct binnen de gemeentegrenzen van Dijk en Waard. Nergens in Nederland is de opbrengst per hectare beter dan hier. De regio kent een rijke traditie van kooltelers. Drie van hen vertellen vol trots over hun bedrijf. Over de schoonheid van het vak, maar ook over de obstakels. Een van die jaarlijks terugkerende uitdagingen is om de wegen in de herfst veilig en begaanbaar te houden tijdens de oogst.


Gert-Jan Kroon, mede-eigenaar van groenteteeltbedrijf TB&S in Sint Pancras loopt half augustus met een goedkeurende blik op zijn perceel met spitskool. De gewassen zien er mede dankzij de koele en natte zomer vol en groen uit. De voortekenen zijn vooralsnog gunstig, maar garanties voor een goede oogst krijg je als koolteler nooit. Het weer kan zo weer omslaan weet hij uit ervaring.

Met 90 medewerkers en 300 hectare in Nederland en nog eens 300 hectare in Portugal geldt TB&S als een grote speler binnen de groenteteelt. Naast spitskool rode en witte kool teelt het bedrijf onder meer Chinese kool, paksoi en flespompoenen.

Het bedrijf van Gert-Jan is in omvang niet te vergelijken met dat van zijn oom Arjen Kroon. Hij beschikt in Langedijk over een bescheiden perceel van 60 hectare. In 2001 maakte hij de overstap naar biologisch. “Ik had iets nodig om mij te onderscheiden van telers die in omvang steeds groter werden.” Naast kool teelt hij pompoenen, graan en klaver.

Dirk Kramer, directeur van familiebedrijf Kramer Koolkenners in Zuid-Scharwoude, gebruikt hun perceel van 80 hectare vooral voor de zuurkoolteelt. Daarnaast verbouwt het bedrijf ook witte kool, atjar en rode kool.

Hoe onderscheidt de koolteelt zich in deze regio zich van andere regio’s in binnen en buitenland?

Dirk: “Qua omvang zijn we kleiner dan landen als Duitsland en Polen. Maar als je kijkt naar kwaliteit en de opbrengst per hectare, dan zijn we hier wereldtop.” Arjen: “De omstandigheden voor de koolteelt zijn hier ideaal. Dat begint al met het milde zeeklimaat. Daarnaast is er de zware kleigrond. Die is rijk aan koolzuurhoudende kalk, waardoor hij minder snel uitgeput raakt. Ook de zuurtegraad is gunstig voor de koolteelt.” Gert-Jan: “Daarnaast hebben we hier het voordeel dat we in droge periodes voldoende irrigatiemogelijkheden hebben in dit gebied. Die luxe hebben telers in andere delen van Nederland niet altijd.” De kennis en innovatiekracht van de telers speelt tenslotte ook een rol. Dirk: “Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je de kool maandenlang in goede conditie kan bewaren?”

Wat is er zo mooi aan het telen van kool?

Arjen: “Het weer heeft relatief veel invloed op de koolteelt. Dat maakt dat je als teler snel moet kunnen schakelen. Geen dag is hier hetzelfde. Vroeger nog meer dan nu had je ook nog de sport om de gewassen op het juiste moment op de markt te brengen. Gezien het grillige prijsverloop van kool is dat best lastig om in te schatten. Tegenwoordig speelt dat door lange-termijncontracten die telers vaak afsluiten met afnemers een minder grote rol.” Gert-Jan: “Als koolteler kun je maar voor een deel op je ervaring varen. Er zijn veel onvoorspelbare factoren van invloed. Vaak kun je achteraf pas zien of een beslissing goed was. Dat maakt dit een boeiend en uitdagend vak.” Dirk: “Daarnaast is kool een geweldig gewas. Het is fantastisch dat je met een relatief klein areaal zoveel groente kunt telen. Ter vergelijking: om een vergelijkbare opbrengst aan graan te produceren heb je tien keer zoveel oppervlakte nodig. De ecologische voetafdruk van kool is dus heel klein.”

Jullie spelen als kooltelers een belangrijke rol in deze regio. Is dat ook iets wat je terugkrijgt van bijvoorbeeld bewoners?

Gert-Jan: “Zeker van de originele Langedijkers krijgen we de nodige waardering. De bewoners die van buiten komen weten minder goed wat het vak van een koolteler inhoudt.” Dirk: “Op snikhete dagen is het vaak nodig om ‘s nachts de haspel aan te zetten, omdat overdag het meeste water meteen zou verdampen. Dan krijg ik van bewoners die daar last van hebben nog wel eens de vraag of dat nodig is. Dan antwoord ik steevast dat we het niet zouden doen als het niet nodig zou zijn. Ik ga niet voor mijn lol om vier uur in de nacht mijn bed uit om een haspel te verleggen.” Gert Jan: “Wij organiseren regelmatig open dagen om de gemeenschap een idee te kunnen geven in wat er allemaal bij komt kijken om onze gewassen te telen. Het is een leuke mogelijkheid om wat goodwill te kweken en geeft eigenlijk altijd positieve reacties.”

Ook de modder die in de oogsttijd op de weg achterblijft levert niet altijd even veel begrip op

Dirk: “Ik denk dat veel bewoners niet weten wat wij allemaal doen om de wegen zoveel mogelijk moddervrij te houden. We hebben trekkers met borstels die de weg schoonwegen. Toch is het, zeker in de herfst als het veel regent, lastig om de weg helemaal moddervrij te houden. Gert-Jan: “We nemen hierin gezamenlijk onze verantwoordelijkheid door bijvoorbeeld voldoende slipgevaarborden te plaatsen en regelmatig de weg schoon te borstelen.” Dirk: “We doen er alles aan om de situatie op de weg zo veilig mogelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan het niet planten van herfstkool aan gevaarlijke wegen.” Arjen: “Ik houd de situatie op de weg altijd goed in de gaten. Op een dag met veel miezer heb ik wel eens de politie gebeld, omdat de verkeerssituatie gevaarlijk dreigde te worden. Ze hebben toen de weg hier afgezet.”

Hoe is jullie samenwerking met de gemeente?

Dirk: “De lijntjes zijn in ieder geval kort. Als er modder op de weg ligt weten ze ons snel te vinden. Ik zat laatst op een bruiloft toen ik door iemand van de gemeente werd gebeld. Ik heb toen meteen een loonbedrijf de opdracht gegeven om het op te ruimen. Daarnaast trekken we ook samen op om met borden weggebruikers te waarschuwen. De gemeente heeft ook het initiatief genomen voor een groepsapp. Zo kunnen we elkaar nog sneller en gemakkelijker aanspreken.” Gert-Jan: “Waar de gemeente nog stappen in kan zetten is om bijvoorbeeld bepaalde wegen die als sluiproute worden gebruikt worden afgesloten en alleen voor bestemmingsverkeer toegankelijk te maken.”

Welke rol zien jullie tenslotte voor de weggebruiker?

Gert-Jan: “Mijn advies is: houd rekening met de situatie en pas je aan. Als het keihard regent of ijzelt ga je ook niet met 130 kilometer per uur over de snelweg.” Dirk: “Ik zie van automobilisten nog wel eens gevaarlijke inhaalacties als wij op de trekker met volle aanhangers van twintig ton op de weg rijden.” Arjen: “We hebben als telers, gemeente, maar ook de weggebruiker gezamenlijk de verantwoordelijkheid om de verkeerssituatie zo veilig mogelijk te houden.”