Langs de kruisingen wordt het gras ongeveer vier keer per jaar gemaaid, omdat de kruisingen overzichtelijk moeten blijven voor weggebruikers, maar in het grootste gedeelte van het buitengebied blijft het gras staan. Langs de Lepelaar en Reiger wordt alleen 1-1,5 meter vanaf de kant van de weg gemaaid. Dit vindt vier keer per jaar plaats. Dat geldt meestal voor het vlakke gedeelte van de berm.
De taluds, de schuine gedeelten naar de sloot toe, worden in de eerste ronde niet overal in de gemeente gemaaid. Het gras blijft hier grotendeels staan. Hierdoor behouden vogels en insecten een beschutte plek of schuilplaats. Hinder voor het verkeer wordt hierbij niet verwacht, omdat het hoge gras voldoende ver van de rijweg afstaat.